Kunst en Waarneming, Hermeneutiek en Gadamer
Vervolg
De kunsthistoricus en estheticus Richard Hamann wordt
door Gadamer geciteerd in zijn boek: ‘De actualiteit van het schone’, als hij
zegt dat de waarneming niet langer meer op pragmatische doelen is gericht en
daarbinnen een functie verkrijgt, maar zich in haar eigen betekenis uitdrukt en
presenteert. Gadamer meende echter verder te moeten gaan dan de zintuigelijke
waarneming, die Hamann bedoelde. Hij meent dat er sprake is van een diepere
dimensie van de waarneming, wat hij verwoord als ‘de esthetische
niet-onderscheiding’. Hij stelt een secundaire benadering voor wanneer men (ik
citeer) ‘moet abstraheren van hetgeen door een kunstzinnige vorm betekenisvol
aanspreekt’.
Hij zegt: ‘Dat men om ook maar iets te zien, bij wat men
ziet iets denken moet, is altijd waar.’ Die zin alleen al vind ik prachtig. Hij
bedoelt echter eveneens te zeggen dat dit een ‘vrij spel’ betreft, die niet op
het denken van begrippen berust. Het is -zo schrijft hij- het vrije spel tussen
het beeldscheppend en het begrijpend verstaand-vermogen.
Hij gaat er daarbij van uit dat men als toeschouwer een
betekenis verwacht, ervaart of erin projecteert. Ik ben van mening dat juist
dat een keuze is, dus geen gegeven, iets waar je aan vast zit. Gadamer blijft
daar echter op voortborduren in zijn werk: ‘De actualiteit van het schone’,
wellicht ook omdat hij -gezien zijn achtergrond en opleiding- alleen het standpunt van de toeschouwer
kent en beschrijft.
Het is vanuit dit standpunt (zo wens ik te beweren) dat hij de hedendaagse kunsten
een nieuwe functie toeschrijft, of beter gezegd, een oude functie, die in een
hedendaagse verpakking wordt aangereikt, namelijk het oprekken of uitdagen van de
gangbare of vertrouwde waarneming.
Hier ligt een verband met ‘the grasping of the ego’, wat
bij droomwerk, zoals ik dat uitdraag, een belangrijk aandachtspunt is. ‘This
grasping’, wat o.a. gepaard gaat met het koppelen aan begrip, oordeel, voorkeur
e.d. brengt bewustzijnsvernauwing met zich mee. Het is die vernauwing waar we vrijwel
dagelijks mee optrekken.
Ik voeg een illustratie toe om dit toe te lichten:
|
Abstractie, Aug.2019, Francisca te Brake, Pact23.com |
Het betreft een abstractie van het beeld, dat ik een paar dagen geleden voorbij liet komen. Hier is eigenlijk geen sprake meer van een voor of
achtergrond, ook zal je aandacht minder snel gericht worden. Er is minder
sprake van herkenning, plus dat eventuele bekende patronen toegepast worden op
een manier die wrijving kan veroorzaken. De waarneming lijkt daardoor misschien
wat meer uitgedaagd te worden. Dan verder: Zie je een uitsnede van een
parketvloer? Nee, want dat is in wezen niet wat je ziet; de parketvloer is het
begrip/de benaming, die wij geven aan een construct, die ooit deze term kreeg
toebedeeld, waar we het dan als groep over eens zijn (waren). Dit geldt ook
voor een kat, die menigeen dacht gezien te hebben, eergisteren wellicht wat
meer dan nu. Waarnemen, droomwerk en droomyoga komen opnieuw samen met deze vorm van hermeneutiek.
Bronvermelding:
H.G. Gadamer, De actualiteit van het schone, vertaald
uit het Duits door R. Heitmeijer: Die Aktualität des Schönen, 1977,
Amsterdam-Boom.