maandag 27 juni 2022

ODE aan de HAAS

Ode aan een dode haas
Prayer for a dead hare

Foto Pact23

Tags: Pact23, hare, haas,
prayer, ode, foto, stilleven, sterven, dood, prayer

 

 

 



zondag 26 juni 2022

Miss Piggy en Sitting Bear

Miss Piggy en Sitting Bear
'Get your head clear'
Pact23, mixed media, juni 2022
 
 

 

maandag 6 juni 2022

Ideologie, filosofie en politiek, een onderzoek

Ideologie, filosofie en politiek, een onderzoek
We dienen te beseffen dat ideologie, politiek, filosofie en de kunsten altijd al verband met elkaar hielden en dat een (politieke) ideologie gepaard gaat met het naar voren schuiven van ‘verwante’ filosofen, wetenschappers, schrijvers en beroemdheden. Vervolgens wordt het propaganda-apparaat in werking gesteld, die daar volledig op afgestemd is.

Ik schreef een tijd terug een kort stukje over Karl Popper (1902-1994) en zijn boek: ‘The open society and its enemies’ (1945). Karl Popper kan beschouwd worden als een van de belangrijkste wetenschapsfilosofen van de 20e eeuw, maar hij was ook een van de meest vooraanstaande critici van het autoritarisme. ‘Autoritarisme’ betekent volgens Wikipedia ‘een staatsvorm gebaseerd op ondergeschiktheid tegenover de staat, waarbij er ingeperkte mogelijkheid is om oppositie te vormen en de uitvoerende macht op wetmatige manier te contesteren’. Kortom: zijn werk is eigenlijk zeer actueel voor deze tijd, waarbij een kritisch gezonde oppositie en zuivere wetenschap ver te zoeken zijn.

Ik wilde dit verder onderzoeken om ook verbanden te kunnen leggen, wat boeiende informatie opleverde:
In het boek van Popper gaat het voornamelijk over de politiek en de vormgeving van de samenleving op basis van filosofische uitgangspunten en politieke ideologieën, die daarmee verband houden. Popper bekritiseerde o.a. het historicisme, dat belangrijk uitgangspunt vormde voor de politieke ideologieën, die tijdens WO 1 en 2 van invloed waren. Het historicisme gaat uit van de theorie dat de geschiedenis zich onverbiddelijk, volgens vaste wetten naar een bepaalde eindsituatie toewerkt. Met zijn werk: "The poverty of historicism" probeert hij de onjuistheid van dit historicisme duidelijk te maken en beschrijft hij de ellende, die is ontstaan als gevolg van marxistische en fascistische ideologieën van een totalitaire staat. In het boek ‘The open society and its enemies’ wordt het historicisme ook besproken en toegelicht. Een van de filosofen, die Karl Popper in dit verband naar voren haalt, is Plato, die in zijn tijd blijkbaar al een fundament legde voor de Europese ontwikkelingen van de 20e eeuw. 




Plato's ideale staat wordt geleid door een zich superieur voelend ras van machthebbers, met aan het hoofd een filosoof-koning. Deze heersende klasse was op filosofisch vlak grondig onderlegd en diende een jarenlange training te volgen, alvorens te mogen of kunnen regeren. Wat me daarbij opviel was dat Plato tevens het principe van de eugenetica beschreef en voorstelde in dienst van deze politieke ideologie en voor het behoud van de superieure klasse. Plato schetste tevens twee andere klassen, op basis van het aangeboren ziels-niveau, namelijk die van de wachters en die van de werkers.

Plato’s vader was mogelijk van koninklijke afstamming en zijn moeder zou uit een familie van oligarchen afkomstig zijn, in die tijd ‘De 30 tirannen’ genaamd. Dit was de traditionele benaming voor een groep van dertig antidemocratische, Spartaans gezinde Atheense burgers die in 404 v.C. in Athene de macht hadden gegrepen na het einde van de Pelopponesische Oorlog (431-404 v.C.). Deze 30 kregen de steun van drieduizend oligarchisch gezinde, rijke medeburgers, die als enigen hun volle burgerrecht behielden. Alle anderen verloren hun politieke rechten. 

Plato (428-347 v. Chr.) liet in zijn werk ‘De Staat’ (‘Politeia’, ong. 380 voor Chr.) duidelijk zien hoe hij dacht over de politieke ontwikkelingen in zijn tijd, waarbij de tekenen van ‘verval’ (waarbij een egalitaire en democratische samenleving feitelijk een eindstadium zou betekenen) zichtbaar werden. Volgens Plato was de ideale samenleving een tribale samenleving, geregeerd door perfecte leiders en hiërarchisch opgebouwd naar rangen en standen. Door eugenetica toe te passen kon men deze rangen en standen beïnvloeden en het behoud van de meest intelligente 'gouden' genen van een bepaalde klasse garanderen, die Plato als de heersende klasse zag. Waar is dit op gebaseerd?

In Plato's ontwerp blijkt dat hij de mensen hiërarchisch indeelt op basis van zielsdelen:
-het begerende zielsdeel
-het strevende zielsdeel
-het kennende zielsdeel




Het overheersende zielsdeel bepaalt tot welke klasse de mensen zullen behoren: de mensen bij wie het begerende zielsdeel met verlangens, pleziertjes en genot de overhand heeft, vormen de laagste klasse; de mensen bij wie het strevende zielsdeel de overhand heeft, vormen de middenklasse; de mensen bij wie het kennende zielsdeel de overhand heeft, zijn de bestuurders van de staat en ook de filosofen. Rechtvaardigheid in de staat houdt voor Plato in dat iedereen doet waar hij/zij het meest geschikt voor is. Omdat hij ervan uitgaat dat mensen niet gelijk zijn, is zijn ideale staat geen democratie en tevens hiërarchisch opgebouwd. 

Ik meen veel te herkennen van deze theorie van Plato in de huidige politiek en technocratische ideologie van de EU, waar Nederland slechts een van de uitvoerende organen van lijkt te zijn en de grote massa de laagste klasse vertegenwoordigt, zoals Plato die omschreef. Tevens wordt duidelijk dat het individu niet langer telt, al zou je kunnen stellen dat dit al jarenlang het geval is.

Popper gaat niet uit van een ideale staat’, maar eerder van het gegeven dat er altijd sprake is van een complexe problematiek, waarbij ieder de verantwoordelijkheid heeft zijn/haar bijdrage te leveren aan de (en in zijn geval een open) samenleving. Kritisch debat en dialectiek maken hier belangrijk onderdeel van uit teneinde een gezonde democratie vorm te geven. Het individu speelt in Poppers filosofie dan ook een grote rol en doet er dus toe, in tegenstelling tot de rol van het individu in de politieke ideologie van bepaalde (geselecteerde) filosofen en wetenschappers, die pleiten voor een totalitaire samenleving. Popper meent dat de enige manier om in deze wereld mens te blijven met al de capaciteiten, mogelijkheden en daarbij behorende verplichtingen, het toewerken naar 'de open samenleving' (die hij voorstaat) betekent, waar deze capaciteiten benut kunnen worden, maar ook vereist zijn.

 







Wat Popper voorstelt heeft echter consequenties voor de betreffende individuen, omdat er immers een behoorlijk appèl op hen wordt gedaan. Het ‘mens blijven/mens zijn’ zoals Popper dit voorstelt, vraagt namelijk een groot gevoel van verantwoordelijkheid en bewuste inzet van burgers ten behoeve van die samenleving. Je zou kunnen stellen, dat het een zekere transitie betreft, die in iedere burger zou moeten plaatsvinden alsook een individuele investering ten behoeve van de democratie, te beginnen op lokaal niveau.

Dat de Europese bevolking al langere tijd de lasten draagt en de hoge prijs betaalt voor een ideologie, die zij mogelijk helemaal niet wensbaar acht, kunnen we echter als een gegeven beschouwen. Je zou dus kunnen stellen dat de investering die nodig is om de transitie te realiseren, die Popper voorstelt, daar wellicht tegenop weegt. De vraag is dus wat burgers, wetenschappers, bedrijven en politici weerhoudt om eindelijk eens kritisch te gaan (leren) denken en daarmee een stap te zetten in de richting van een volwassen samenleving. Is het daadwerkelijk door een vertoeven in het begerende zielsdeel, dat volgens Plato overeenkomt met de laagste klasse?

Het brengt mij iig bij de aanklacht van Kant  (Immanuel Kant, ‘Beantwoording van de vraag: wat is verlichting?’) en bij de futuristen, waar brengt dit jou??

(PS: over de futuristen later meer)


Francisca la Braque, Pact23, juni 2022