De Godin en het ego
In voorchristelijke tijden, lang, heel lang geleden,
waren mensen nog als vanzelfsprekend verbonden met de Godin, de maan, haar
cycli en
het droombewustzijn. In die tijd was alles bezield en leefde de Grote Godin met
vele andere goden, gidsen, draken en demonen in ons midden. Zij had ooit -nog
veel langer geleden- de kosmos, de wereld en al wat leeft, gedroomd.
In die tijd waren de grote dromen voorbehouden aan grote
dromers, zoals de sjamanen en priesteressen, die tussen de werelden reisden. Zij,
die voorbestemd waren het pad van inwijding te gaan, moesten daartoe eerst een
Grote Droom ontvangen. Het hogere doel en hun
ondergeschikt zijn daaraan, werd dus duidelijk met zo’n droom.
Zij droomden voor de
gemeenschap, net als de vrouwen, die tijdens hun collectieve menstruatie de
maanhut bezochten en van daaruit hun visioenen en dromen deelden.
Wij leven nu al meer dan 2000 jaar in een wereld, waarin het mannelijke principe overheerst. Dit wordt
weerspiegeld door het monotheïsme, waarbij een mannelijke God, ver van ons
verwijderd, op Zijn hemelse troon zetelt. Als gevolg daarvan gebruiken vrouwen
(!) het woord ‘ongesteld’, waarmee de betekenis en waarde van de
menstruatiecyclus ernstig gedegradeerd en ontkend wordt. Ook wordt bijna elke
functie in het bedrijfsleven mannelijk verwoord en zien we doorgaans in ons
taalgebruik het woord ‘hij’ en ‘hem’ domineren. Dit zijn slechts enkele
voorbeelden.
Het mannelijke ego heeft in het Vissentijdperk overduidelijk
aan betekenis gewonnen en lijkt nog steeds almachtig, evenals het principe van
dualiteit. Nu we hierin volledig doorgeslagen zijn, is het moment aangebroken
voor een terugkeer naar het midden.
In het huidige Aquarius tijdperk leren we het vrouwelijke
principe opnieuw te integreren en dromen worden dan ook met toenemende
belangstelling geraadpleegd. Er is echter nauwelijks sprake meer van een specialist
of orakel, die je dromen duidt of zelf droomt voor de gehele gemeenschap. De
tijden zijn beslist veranderd en de do-it-jorself-pakketten op je bord
gestapeld. Als je beseft dat in het tijdperk van de Grote Godin de weg van
inwijding zo’n 20 jaar kon duren, kun je de conclusie trekken, dat een stevige
basis noodzakelijk is om tot diepere lagen van het onbewuste door te dringen of
de reis naar andere dimensies te ondernemen. Onverwacht of onvrijwillig door
een grote droom overspoeld worden, of door de Godin verzwolgen, kan schadelijke
gevolgen hebben.
Het ego, dat zich gedurende het Vissentijdperk heeft
laten gelden, lijkt behoorlijk opgeblazen, maar is als functie wel belangrijk. Het ego
als functie beschouwen is een eerste stap in de richting van gezonde integratie
van het mannelijke principe. Het ego als instrument van je bewustzijn te
(her)kennen en deze af te stemmen op de eigenlijke functies, helpt niet alleen
om je basis te versterken, maar ook om een begin te maken met de ontwikkeling
van je creatieve ego. Voor het creatieve ego verwijs ik naar mijn column van
het voorjaar van 2017, Droomjournaal 22e jaargang.
Ik sluit deze column af met enkele kunstwerken, die geïnspireerd
zijn op 2 verschillende godinnebeeldjes, te weten een Minoïsche slangengodin en de Venus van Willendorf. De titels zijn
resp: ‘The Goddess and the Cross’ en ‘Healing pattern’.
Francis te Brake, Deventer, mei 2018